Bahreinse dinar

Bahreinse dinar
د.ب
De dinar is de munteenheid van Bahrein. Eén dinar is duizend fils.

De naam dinar is afgeleid van het Romeinse denarius, dat "zilver geld" betekent.

Voor 1960 werd in Bahrein veelal het pond sterling gebruikt, daarna kwam ook de Indiase roepie meer in gebruik. Speciaal voor de regio gaf de Indiase centrale bank een Perzische Golf roepie (XPGR) uit. Door de devaluatie van de Indiase roepie in 1966 werd men gedwongen lokale munteenheden te introduceren. In Bahrein werd de Bahreinse dinar vanaf oktober 1965 ingezet en verving de roepie in een verhouding van 1 tot 10.

De volgende munten worden gebruikt: 10, 25, 50, 100 en 500 fils. Het papiergeld is beschikbaar in biljetten van ½, 1, 5, 10 en 20 dinar.

Land (geografie)
  • Bahrein
    Bahrein (uitspraak: [bɑχˈrɛɪn]), officieel het Koninkrijk Bahrein (Arabisch: مملكة البحرين, Mamlakat al-Bahrayn), is een kleine eilandstaat in de Perzische Golf. Het is een archipel met 33 eilanden, waarvan het grootste zo'n 55 km lang en 18 km breed is, gelegen voor de kust van Saoedi-Arabië. In het zuidoosten ligt het schiereiland Qatar. Tweehonderd kilometer aan de overkant van de Golf ligt buurland Iran. Als centraal gelegen golfstaat vervult Bahrein een belangrijke economische en financiële positie binnen de oliewereld.

    De naam Bahrayn betekent letterlijk twee zeeën in het Arabisch. Bahrein werd op 16 december 1971 onafhankelijk van het Verenigd Koninkrijk. Het koninkrijk is militair zeer belangrijk als standplaats en steunpunt van de Amerikaanse vijfde vloot in Perzische Golf. De hoofdstad Manama fungeert als centrum van de Amerikaanse marine in de regio.