Grieks
Het Grieks (Ελληvικά) is een talenfamilie van de Indo-Europese talen. Het werd door de Achaeërs naar Griekenland gebracht rond 1900 voor Christus. In eerste instantie waren er verschillende gesproken dialecten, met als belangrijkste groepen: Ionisch-Attisch, Dorisch en Eolisch Grieks.
Het eerste schrift voor deze taal is Lineair B en het oudste met dat schrift verbonden Grieks (1450 - 1250 v.Chr.?) wordt Myceens genoemd. Sinds de tijd van de klassieken is de taal geschreven in het Griekse alfabet, dat 24 letters omvat.
Attisch Grieks was de taal die gesproken werd in Athene. De meerderheid van de literatuur die uit de klassieke periode nog bewaard is gebleven, is in dit dialect geschreven. Belangrijke uitzonderingen zijn de historicus Herodotos (Ionisch) en de dichteres Sappho (Aeolisch). Alexander de Grote speelde een belangrijke rol in het samenvoegen van deze dialecten tot Koinè-Grieks (naar het Griekse woord voor algemeen). Door de eentaligheid van zijn leger werd de communicatie makkelijker. Ook leerden de bewoners van bezette gebieden dit Koinè, waardoor het de status van "wereldtaal" kreeg. Koinè-Grieks werd dan ook de lingua franca in het oostelijke gedeelte van het Romeinse Rijk (ook wel Byzantijnse Rijk). Het Nieuwgrieks stamt hiervan af.
Het eerste schrift voor deze taal is Lineair B en het oudste met dat schrift verbonden Grieks (1450 - 1250 v.Chr.?) wordt Myceens genoemd. Sinds de tijd van de klassieken is de taal geschreven in het Griekse alfabet, dat 24 letters omvat.
Attisch Grieks was de taal die gesproken werd in Athene. De meerderheid van de literatuur die uit de klassieke periode nog bewaard is gebleven, is in dit dialect geschreven. Belangrijke uitzonderingen zijn de historicus Herodotos (Ionisch) en de dichteres Sappho (Aeolisch). Alexander de Grote speelde een belangrijke rol in het samenvoegen van deze dialecten tot Koinè-Grieks (naar het Griekse woord voor algemeen). Door de eentaligheid van zijn leger werd de communicatie makkelijker. Ook leerden de bewoners van bezette gebieden dit Koinè, waardoor het de status van "wereldtaal" kreeg. Koinè-Grieks werd dan ook de lingua franca in het oostelijke gedeelte van het Romeinse Rijk (ook wel Byzantijnse Rijk). Het Nieuwgrieks stamt hiervan af.
Land (geografie)
-
Albanië
Albanië is sinds 1991 een parlementaire republiek na de val van het communisme. De enige officiële taal in Albanië is Albanees. Het land heeft een oppervlakte van 28.748 km² en telt ongeveer 3 miljoen inwoners. -
Cyprus
In 1974 werd het noordelijk deel van het eiland bezet door Turkije, sinds 1983 noemt dit deel zich de Turkse Republiek Noord-Cyprus. Het eiland is daarmee bestuurlijk in tweeën gedeeld. Noord-Cyprus wordt alleen door Turkije erkend. Onofficieel wordt het land ook wel eens Zuid-Cyprus genoemd. -
Griekenland
Griekenland grenst in het noorden (van west naar oost) aan Albanië, Noord-Macedonië, Bulgarije en Turkije. Voor het overige is het vasteland van Griekenland omgeven door de Middellandse Zee (in het zuiden), de Ionische Zee (in het westen) en de Egeïsche Zee (in het oosten). De eilanden vormen samen ongeveer 20% van het landoppervlak. De grootste eilanden zijn Kreta, Euboea (Evia), Lesbos en Rodos.