Pools

Pools
Het Pools (język polski, ook wel polszczyzna) is een West-Slavische taal met ongeveer 40 miljoen sprekers. De meeste sprekers van het Pools wonen in Polen (38,6 miljoen inwoners). Andere grote groepen sprekers/Polen wonen onder meer in de Verenigde Staten en in de landen van de voormalige Sovjet-Unie (vooral Wit-Rusland, Oekraïne en Litouwen). Sinds 1 mei 2004 is het Pools een van de officiële werktalen van de Europese Unie.

Binnen de groep van West-Slavische talen - waartoe onder meer ook het Tsjechisch en het Slowaaks behoren - is het Pools de grootste van de zogenoemde Lechitische talen. Een belangrijk kenmerk van deze subgroep binnen het West-Slavisch is het behoud van de Proto-Slavische nasaalvocalen. De andere Lechitische talen zijn het Kasjoebisch en de uitgestorven talen Slovinzisch en Polabisch. Andere kenmerken die het Pools van de meeste andere Slavische talen onderscheiden, zijn sterk gepalataliseerde medeklinkers en een vast woordaccent op de voorlaatste lettergreep.

De geschiedenis van het geschreven Pools begint in 1136. In een bul van paus Innocentius II komen voor het eerst op grote schaal Poolse namen voor. De eerste volledige Poolse zin vinden we in het Księga henrykowska ('Boek van Henryków', naar de vestigingsplaats van een klooster in Silezië).

De eerste gedocumenteerde periode van het Pools noemt men het Oudpools. Men spreekt van het Oudpools voor de periode van 1136 tot ongeveer 1500. De daaropvolgende periode, het Middelpools, duurt tot ongeveer het midden van de achttiende eeuw. Daarna spreekt men van het Nieuwpools. Er bestaat discussie of de periode van het Nieuwpools tot vandaag de dag voortduurt; het huidige Pools wordt ook wel Modern-Pools genoemd.

Van het midden van de zestiende eeuw tot het begin van de achttiende eeuw was het Pools een hoftaal in Rusland.

De standaardtaal kende in zijn ontwikkeling perioden van pieken en dalen, maar gaat uiteindelijk terug tot de zestiende en het begin van de zeventiende eeuw. Of de Poolse standaardtaal nu het meest gebaseerd is op dialecten van Klein-Polen (Krakau) of Groot-Polen (Poznań, Gniezno) is nog steeds omstreden. Ook dialecten uit de oostelijke randgebieden van Polen (de kresy) genoten een vrij hoog prestige, wat zijn sporen in de standaardtaal heeft nagelaten. De invloed van Mazovië, waarin de hoofdstad Warschau ligt, op de standaardtaal is daarentegen vrij gering.

Land (geografie)
  • Litouwse Socialistische Sovjetrepubliek
    De Litouwse Socialistische Sovjetrepubliek (Litouws: Tarybų Socialistinė Respublika, Wit-Russisch: Літоўская Савецкая Сацыялістычная Рэспубліка, Russisch: Литовская Советская Социалистическая Республика) (LSSR) was een kort bestaande radenrepubliek die op 16 december 1918 opgericht werd door een voorlopige regering geleid door Vincas Mickevičius-Kapsukas. De republiek bestond tot 27 februari 1919 toen zij samengevoegd werd met de Wit-Russische Sovjetrepubliek tot de Litouws-Wit-Russische Socialistische Sovjetrepubliek.

    Hoewel pogingen werden gedaan om de republiek te representeren als een product van revolutionair socialisme, gesteund door lokale inwoners, was het een naar Moskou georiënteerde constructie om de Litouws-Russische Oorlog te legitimeren. De Litouwers steunden de Sovjets hierin niet maar vertrouwden op de eigen Republiek Litouwen die op 16 februari 1918 door de Litouwse Staatsraad uitgeroepen was.
  • Oekraïne
    Oekraïne (Oekraïens: Україна) is een land in Oost-Europa met 44,32 miljoen inwoners met als hoofdstad Kiev (Kyiv). Het land grenst in het noordoosten en oosten aan Rusland, in het noordwesten aan Wit-Rusland, in het westen aan Polen, Slowakije en Hongarije en in het zuidwesten aan Roemenië en Moldavië. Verder grenst het in het zuiden aan de Zwarte Zee en in het zuidoosten aan de Zee van Azov. Oekraïne is qua landoppervlakte het grootste land dat volledig in Europa ligt en is na Rusland het grootste land van Europa. Etnische Russen vormen ongeveer een zesde van de Oekraïense bevolking, maar door de russificatie werd het Oekraïens lange tijd onderdrukt en is Russisch voor een kwart van de Oekraïners hun eerste taal.

    Het grondgebied van het huidige Oekraïne wordt al tienduizenden jaren bewoond en behoorde in de loop van de tijd tot verschillende rijken. De Oekraïners maakten deel uit van de Oostelijke Slaven die zich er volgens archeologische bronnen al zeker sinds 1500 v.Chr. ophielden. Na de komst van de Scandinavische Varjagen (Vikingen), ontstond omstreeks de zevende eeuw de etnisch-culturele regio Land van de Roes. In de negende eeuw stichtten de Varjagen het Kievse Rijk, dat kan worden gezien als een voorloper van zowel de Oekraïense als de Russische natie. Tijdens de Mongoolse invasie in de dertiende eeuw werd het Kievse Rijk verwoest, waarna in het westelijke deel het Vorstendom Galicië-Wolynië ontstond. Het gebied werd daarna 600 jaar lang betwist, verdeeld en geregeerd door een verscheidenheid aan externe machten; waaronder het Pools-Litouwse Gemenebest, het Ottomaanse Rijk en het Tsaardom Rusland. In 1649 ontstond in centraal Oekraïne het Kozakken-Hetmanaat dat in 1764 werd geliquideerd en verdeeld tussen Keizerrijk Rusland en Polen en uiteindelijk geabsorbeerd door het Russische rijk. In de 19e eeuw kwam er ruimte voor de Oekraïense nationale identiteit. Tijdens de Russische Revolutie in 1917 was voor het eerst sprake van een zelfstandig, internationaal erkend land: de Oekraïense Volksrepubliek. De Sovjet-Unie slokte het op tot haar einde in 1991. Na de val van het communisme werd Oekraïne een onafhankelijke democratie.
  • Polen
    Polen (Pools: Polska), officieel de Republiek Polen (Pools: Rzeczpospolita Polska), is een land in Centraal-Europa. In het westen wordt het begrensd door Duitsland (Oder-Neissegrens), in het zuiden door Tsjechië en Slowakije, in het oosten door Litouwen, Wit-Rusland en Oekraïne en in het noorden door de Oostzee en de Russische exclave Kaliningrad. Polen heeft een oppervlakte van en een inwonertal van. De hoofdstad en grootste stad van het land is Warschau.

    De West-Slavische Polanen vestigden zich vanaf de zesde eeuw in de regio tijdens de Grote Volksverhuizing. Vorst Mieszko I geldt met zijn bekering tot het christendom in 966 als grondlegger van de eerste Poolse staat, een gebied dat onder zijn bewind grotendeels samenviel met de huidige landsgrenzen. Het Koninkrijk Polen werd in 1025 opgericht en zou zich later samenvoegen tot het Pools-Litouwse Gemenebest, destijds een van de grootste rijken in Europa. Vanaf de 18e eeuw werd Polen opgedeeld door rivaliserende grootmachten, waardoor het in 1795 geheel van de kaart verdween. Na de Eerste Wereldoorlog ontstond de onafhankelijke Tweede Poolse Republiek, maar niet lang daarna werd het land het slachtoffer van de Duitse bezetting. Na de Tweede Wereldoorlog was Polen via het Warschaupact verbonden aan de Sovjet-Unie. Polen liep in 1989 voorop bij de democratische revoluties die de val van het communisme inleidden.