Arrondissement Kortrijk
Het arrondissement Kortrijk ontstond in 1800 als vierde arrondissement in het Leiedepartement. Het bestond oorspronkelijk uit de kantons Avelgem, Harelbeke, Ingelmunster, Kortrijk, Menen, Meulebeke, Moorsele, Oostrozebeke en Roeselare.
In 1818 werd het kanton Avelgem afgestaan met het oog op de vorming van het nieuwe arrondissement Avelgem, het kanton Menen aan het nieuwe arrondissement Menen, het kanton Roeselare aan het nieuwe arrondissement Roeselare, het kanton Meulebeke aan het nieuwe arrondissement Tielt en de kantons Ingelmunster en Oostrozebeke aan het nieuwe arrondissement Wakken.
In 1823 werden de arrondissementen Avelgem en Menen reeds opgeheven en kwamen de afgestane gebieden terug naar het arrondissement Kortrijk.
Bij de definitieve vaststelling van de taalgrens in 1963 werden de toenmalige gemeenten Moeskroen, Lowingen, Herzeeuw, Dottenijs en de wijk Risquons-Tout van de gemeente Rekkem afgestaan aan het nieuw gevormde arrondissement Moeskroen.
Het arrondissement was tot 2014 zowel een bestuurlijk als een gerechtelijk arrondissement. Dit laatste bestond verder uit het grootste deel van het arrondissement Roeselare (behalve de gemeenten Staden, Moorslede en Lichtervelde) en de meest zuidelijke gemeenten van het arrondissement Tielt: Meulebeke, Dentergem, Oostrozebeke en Wielsbeke. In 2014 is het gerechtelijk arrondissement Kortrijk opgegaan in het gerechtelijk arrondissement West-Vlaanderen.
Kaart (cartografie) - Arrondissement Kortrijk
Kaart (cartografie)
Land (geografie) - België
Vlag van België |
Het land heeft drie officiële talen: een kleine zestig procent van de bevolking spreekt Nederlands, vooral in Vlaanderen, veertig procent spreekt Frans, vooral in Wallonië en Brussel, en minder dan een procent spreekt Duits, in de Oostkantons. De culturele en linguïstische diversiteit van het land heeft door een opeenvolging van staatshervormingen geleid tot een complex politiek systeem, waarbij in principe de grondgebonden bevoegdheden – zoals economie, werkgelegenheid en infrastructuur – liggen bij de Gewesten (het Vlaamse, het Waalse en het Brusselse), en de persoonsgebonden materies – zoals onderwijs, cultuur en welzijn – bij de Gemeenschappen (de Vlaamse, de Franse en de Duitstalige), met een overkoepelende federale overheid voor het hele grondgebied, bevoegd voor onder meer defensie, justitie en de sociale zekerheid.
Valuta / Taal
ISO | Valuta | Symbool | Significant cijfer |
---|---|---|---|
EUR | Euro (Euro) | € | 2 |
ISO | Taal |
---|---|
DE | Duits (German language) |
FR | Frans (French language) |
NL | Nederlands (Dutch language) |