De Turks- en Caicoseilanden (Engels: Turks and Caicos Islands) zijn twee eilandengroepen die deel uitmaken van de Antillen. Ze liggen ten noorden van het eiland Hispaniola en ten zuidoosten van de Bahama's. De eilanden liggen op de route die vele tropische wervelstormen volgen.
De eilandengroep is vernoemd naar de Melocactus (Engelse bijnaam: Turk's-cap cactus) en een verbastering van de term caya hico dat in de Taínotaal eilandensliert betekent.
Zo rond 700 migreerden Taínoindianen vanuit Hispaniola naar de Turks- en Caicos en de Bahama's. Zij ontwikkelden hun eigen cultuur, lieten hun archeologische sporen na en noemden zich de Lucayans.
De eerste Europeaan die de eilanden zag was de Spaanse conquistador Juan Ponce de León in 1512. Vervolgens werden de eilanden binnen een jaar compleet ontvolkt doordat slavenhandelaren alle Taíno weghaalden. Eind zeventiende en begin achttiende eeuw werden de eilanden gebruikt als uitvalsbasis van piraten.
In 1681 vestigden de eerste kolonisten, afkomstig van Bermuda, zich op Grand Turk om zich op de zoutwinning te richten. De eilanden vielen vanaf dat moment onder het bestuur van Bermuda. Vervolgens maakten de eilanden vanaf 1873 deel uit van de toenmalige Britse kolonie Jamaica tot Jamaica in 1962 onafhankelijkheid verwierf. Tussen 1965 en 1973 werd het gezag over de eilanden waargenomen door de gouverneur van de Bahama's totdat ook deze ook onafhankelijk werden. De eilanden zijn nu een Brits overzees gebiedsdeel. De huidige (2016) gouverneur is John Freeman en de huidige (2016) premier is Sharlene Cartwright-Robinson.