Lingala

Lingala
Het Lingala is een Bantoetaal (C40 in Guthries classificatie) met ongeveer 20 miljoen eerstetaalsprekers en 20 à 25 miljoen tweedetaalgebruikers. Het Lingala wordt vandaag de dag gesproken in en rond Kinshasa, de hoofdstad van de Democratische Republiek Congo (DRC), en in alle stedelijke centra van de centraal-westelijke en noordwestelijke delen van het land. Het is ook de moedertaal van vele inwoners van Brazzaville en Pointe-Noire (in de aangrenzende Republiek Congo), van Angola, van de Centraal-Afrikaanse Republiek en van Zuid-Soedan.

De taal heeft een roerige geschiedenis. Tot de processen die de taal in de loop van de afgelopen 150 jaar beïnvloed hebben, behoren: allerlei soorten vermenging, gedwongen gebruik, geforceerde uitbreiding van woordenschat en aanpassing van grammatica, grote veranderingen in de gebruikersgroepen (verkeerstaal, taal van de kolonist, taal van de hoofdstad, moedertaal, taal van de muziek), en naamsveranderingen.

De wortels van het Lingala liggen in het Bobangi, dat in de jaren 1870-1900 een belangrijke vissers- en handelstaal was in het riviergebied van boven Kinshasa tot aan het tegenwoordige Lisala. Na de stichting van de Kongo-Vrijstaat (in 1879, onder leiding van Henry Morton Stanley) door de Belgische Koning Leopold II, kwamen er veel buitenlandse soldaten, bestuurders, kolonisten en handelaars het gebied binnen. Zij maakten gebruik van Afrikaanse, maar niet uit de regio komende tolken die de verschillende vormen van het Lobangi leerden. Na verloop van tijd gingen de blanken ook zelf deze dynamische verkeerstaal gebruiken. Het werd de officiële taal van het leger en in alle nieuw gestichte koloniale posten langs de rivier de Kongo werd de taal door het koloniale bestuur gebruikt. Zo ook in Léopoldville, dat in 1923 uitgeroepen werd tot hoofdstad van de kolonie en dat na de dekolonisatie hernoemd werd tot Kinshasa.

Tegen het einde van de 19e eeuw begonnen de blanken de taal "Bangala" te noemen. De term Bangala (letterlijk (mensen) "van de rivier") was echter al in gebruik als etnoniem, voor de mensen die bovenstrooms van de hoofdstad langs de rivier de Kongo wonen. Om verwarring te voorkomen werd rond de eeuwwisseling door katholieke missionarissen de naam "Lingala" gekozen, waarschijnlijk geïnspireerd door de omringende talen die allemaal een "li"-prefix hadden voor taalnamen (wat het Lingala zelf overigens niet heeft). Een aantal missionarissen vonden het Lingala in zijn toenmalige vorm niet geschikt voor taken als evangelisatie en onderwijs en pasten de taal daarom aan hun noden aan door ze uit te breiden met woorden en grammatica van omringende Congolese talen. Zo werd het Lingala steeds meer een kunsttaal.

In de loop van de 20e eeuw maakte deze naam opgang en raakte ze algemeen geaccepteerd.

Deze missionarissen bemoeiden zich niet alleen met de naam van de taal; ze werkten aan een project om de taal weer "echt Bantoe" te maken. Ze produceerden geïdealiseerde grammatica's en woordenboeken en introduceerden deze versie van de taal via het onderwijs. Omdat de invloed van hun genootschap, de Congregatio Immaculatae Cordis Mariae (CICM), niet overal even groot was slaagden hun pogingen maar ten dele. Het Lingala dat gesproken werd in Kinshasa en in centraal-westelijke delen van de regio werd nauwelijks beïnvloed.

In het postkoloniale tijdperk werd de positie van het Lingala verstevigd en breidde de taal zich ook geografisch uit. Daar zijn drie belangrijke redenen voor aan te wijzen:

* 1) het leger: Lingala was de taal die gebruikt werd in het leger door het hele land.

* 2) politiek: Lingala werd door de enige partij Mouvement Populaire de la Révolution intensief gebruikt om het volk te mobiliseren. Verder werd in de hoofdstad Kinshasa (het bestuurlijke centrum) Lingala gesproken.

* 3) muziek: Lingala is de taal waarin de teksten van bijna alle populaire muziek (soukous en rumba) geschreven worden en heeft als zodanig veel invloed in de maatschappij. Ook dat heeft weer te maken met de hoofdstad: Kinshasa heeft de infrastructuur voor de muziekindustrie.
Land (geografie)
  • Centraal-Afrikaanse Republiek
    De Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR) (Frans: République centrafricaine, Sango: Ködörösêse tî Bêafrîka), soms (foutievelijk) Centraal-Afrika genoemd, is een land in het midden van Afrika, grenzend aan Tsjaad, Soedan, Zuid-Soedan, Congo-Kinshasa, Congo-Brazzaville en Kameroen. De hoofdstad is Bangui. Met een gemiddeld jaarlijks inkomen van $656,- was de Centraal-Afrikaanse Republiek in 2017 het armste land ter wereld.

    Op 13 augustus 1960 werd de Centraal-Afrikaanse Republiek onafhankelijk van Frankrijk, nadat zij twee jaar eerder autonoom was geworden. Meer dan dertig jaar lang werd het land geregeerd door presidenten die de macht met geweld in handen kregen of hun macht ontleenden aan frauduleuze verkiezingen. De eerste democratische verkiezingen werden gehouden in 1993, waarna Ange-Félix Patassé president werd. Patassé werd echter in 2003 afgezet door generaal François Bozizé. Bozizé won de democratische verkiezingen in 2005 en was tot begin 2013 president tot hij op zijn beurt werd afgezet na een coup.
  • Congo-Brazzaville
    Republiek Congo (Frans: République du Congo), ook wel Congo-Brazzaville (uitspraak: [ˌkɔŋɣo ˈbrɑzavil]) of Congo genoemd, is een land in Centraal-Afrika, grenzend aan Gabon, Kameroen, de Centraal-Afrikaanse Republiek, Congo-Kinshasa en de exclave Cabinda van Angola. Het is een voormalige Franse kolonie.

    Congo werd oorspronkelijk tot de 15e eeuw vooral bewoond door pygmeeën. Van de 15de tot de 19e eeuw werden veel Congolezen als slaven weggevoerd. In de 19e eeuw bereikte de Franse ontdekkingsreiziger Pierre Savorgnan de Brazza, op zoek naar de bron van de Ogooué, Nkuna, een buitenpost van de Mfoa-stam die later Brazzaville werd genoemd. Pierre Savorgnan de Brazza sloot in 1880 een verdrag met een plaatselijk stamhoofd waarna het gebied onder Franse "bescherming" kwam. In 1885 en 1887 werden de grenzen van de nieuwe Franse kolonie getrokken. In 1891 werd de kolonie Frans-Kongo officieel opgericht.
  • Congo-Kinshasa
    Congo (uitspr.: [ˈkɔŋɣo]), officieel de Democratische Republiek Congo, kortweg DRC (Frans: République démocratique du Congo), is een land in centraal Afrika. Ter onderscheiding van het gelijknamige buurland wordt de naam van de hoofdstad Kinshasa aan de naam van het land toegevoegd als Congo-Kinshasa (uitspr.: [ˌkɔŋɣo kɪnˈʃɑsa]). Congo grenst aan Congo-Brazzaville, de Centraal-Afrikaanse Republiek, Zuid-Soedan, Oeganda, Rwanda, Burundi, Tanzania, Zambia, Angola en de Angolese exclave Cabinda. Het was van 1908 tot 1960 een voormalige Belgische kolonie die van 1885 tot 1908 het privébezit was van koning Leopold II van België. In de periode 1971-1997 werd het land Zaïre genoemd. Congo-Kinshasa heeft een bevolking van ongeveer 105 miljoen en is na Algerije het land met de grootste oppervlakte in Afrika.

    Van 1885 tot 1908 werd het land als quasi-onafhankelijke kolonie van de Association internationale du Congo – eigendom van de Belgische koning Leopold II – Onafhankelijke Congostaat genoemd. Na de overname door België in 1908 kreeg de kolonie de naam Belgisch-Congo.