Nationale vlag - Wereld (Aarde)

Nationale vlag
Een nationale vlag is een vlag die een land vertegenwoordigt. De vlag wordt gevlogen door de overheid, maar kan meestal ook uitgehangen worden door de burgers van dat land.

Zowel openbare als particuliere gebouwen, zoals scholen en rechtbanken, mogen de nationale vlag uithangen. In sommige landen worden de nationale vlaggen slechts op speciale vlaggendagen aan niet-militaire gebouwen uitgehangen.

In het verleden ontstonden vlaggen als legervaandels, die gebruikt werden om op het slagveld vriend van vijand te onderscheiden. Het voeren van vlaggen om het land van oorsprong te onderscheiden, buiten gevechtshandelingen om, ontstond toen de marinevlag werd ingevoerd tijdens het zeilvaarttijdperk, in de vroege 17e eeuw. De oorsprong van de Union Jack, de vlag van Groot-Brittannië, voeren terug tot 1603, toen Jacobus VI van Schotland de Engelse en Ierse tronen erfde (als Jacobus I van Engeland). Hierdoor werden de kronen van Engeland, Schotland en Ierland verenigd in een personele unie (die wel gewoon afzonderlijke staten bleven). Op 12 april 1606 werd een nieuwe vlag ingevoerd met een koninklijk besluit om deze koninklijke unie van Engeland en Schotland te vertegenwoordigen. In dit koninklijk besluit werden de vlag van Engeland (een rood kruis op een witte achtergrond, bekend als het St. George's Cross) en de vlag van Schotland (een andreaskruis op een blauwe achtergrond, bekend als de Saltire of St. Andrew's Cross) samengevoegd, waardoor de vlag van Groot-Brittannië en de allereerste Union Flag tot stand kwam.

Tegelijk met het opkomen van nationalistische gevoelens in de late 18e eeuw, kwam ook bij burgers het verlangen op om nationale vlaggen uit te hangen, waarvan het beste voorbeeld de Amerikaanse vlag is, die oorspronkelijk door de Verenigde Staten als maritiem vaandel was aangenomen in 1777. Na de Amerikaanse Revolutie werd deze vlag algemeen gebruikt om de Verenigde Staten te vertegenwoordigen. De Franse Tricolore werd tijdens de Eerste Franse Republiek voor het eerst gebruikt om Frankrijk te vertegenwoordigen.

De meeste landen van Europa namen een nationale vlag aan in de loop van de 19e en vroege 20e eeuw, vaak gebaseerd op oudere Middeleeuwse oorlogsvlaggen. De voorschriften voor de vlag van Denemarken werden opgetekend in 1748, gebaseerd op een 14e-eeuws ontwerp. De vlag van Zwitserland werd ingevoerd in 1889, ook gebaseerd op Middeleeuwse oorlogsvlaggen. Het Koninkrijk der Nederlanden voerde twee nationale vlaggen in in 1813, zowel een oranje-wit-blauwe als en rood-wit-blauwe driekleur. Pas in 1937 werd definitief voor de rood-wit-blauwe driekleur gekozen.

De vlag van het Ottomaanse Rijk (tegenwoordig de vlag van Turkije) werd ingevoerd in 1844. Andere niet-Europese grootmachten volgden in de late 19e eeuw. De vlag van Japan werd ingevoerd in in 1870, en die van de Qing-dynastie in 1890. De landen van Zuid-Amerika introduceerden eveneens in de 19e eeuw een vlag zodra ze onafhankelijk werden: Peru in 1820, Bolivia in 1851, Colombia in 1860, Brazilië in 1822, enz.

Afrika
Antarctica
Azië
Europa (werelddeel)
Noord-Amerika
Oceanië
Zuid-Amerika